Van regelwerk tot stucen
Alle afbouwbedrijven
aangesloten bij NOA

Het plaatsen van houten of metalen regelwerk met stucplaten voor gipsgebonden plafondstucwerk

Het voorbereiden van starre draagconstructies om stucplaten op te monteren hoeft niet moeilijk te zijn, maar er zijn zeker tips. Zo kan vermeden worden dat er een ongelijke zuiging van het latere stucwerk voor komt, of dat de hele constructie wat aan de zwakke kant is voor het gewicht wat er op komt. Van regelwerk tot stucen staat hier beschreven.

Montage houten regelwerk

Houten plafondconstructies:

  • Breng tegen de houten balklaag een draagconstructie aan van droge geschaafde houten rachels. Gebruik hiervoor rachels met een minimale afmeting van 24 x 48 mm en bevestig ze met een hart op hart afstand van maximaal 400 mm.
  • Spijker of schroef de houten rachels mechanisch, met verzinkt materiaal en gebruik minimaal twee spijkers of schroeven per bevestigingspunt.

Steenachtige plafondconstructies:

  • Breng tegen steenachtige plafondconstructies vooraf eerst als basis rachels met een minimale afmeting van 30 x 50 mm aan. Bevestig deze rachels door middel van inboren met pluggen en schroeven en hanteer een hart op hart afstand van maximaal 750 mm.
  • Breng vervolgens haaks hierop houten rachels met een afmeting van minimaal 24 x 48 mm aan. Hanteer hierbij een hart op hart afstand van maximaal 400 mm.
  • Spijker of schroef deze houten rachels mechanisch, met verzinkt materiaal en gebruik minimaal twee spijkers of schroeven per bevestigingspunt.

Montage metalen regelwerk

Enkel regelwerk:

  • Monteer onder de constructieve ondergrond, zoals een houten balklaag of steenachtige plafondconstructie, een draagconstructie van metalen C-profielen met een afmeting van 60 x 27 mm. Houd hierbij een hart op hart afstand van maximaal 400 mm aan.
  • Bevestig deze metalen C-profielen door middel van starre afhanging waarbij de hart op hart afstand van de starre afhanging 750 mm bedraagt.

Dubbel regelwerk:

  • Monteer onder een constructieve ondergrond (zoals een houten balklaag of steenachtige plafondconstructie) een basis van metalen C-profielen met een afmeting van 60 x 27 mm. Houd hierbij een hart op hart afstand aan van maximaal 1000 mm.
  • Bevestig deze metalen C-profielen door middel van starre afhanging waarbij de hart op hart afstand van de starre afhanging 750 mm bedraagt.
  • Breng vervolgens haaks op deze basis een draagconstructie aan van dezelfde metalen C-profielen en houd hier een hart op hart afstand van 400 mm aan.
  • Houd het plafondstucwerk vrij van de aangrenzende wanden door toepassing van vooraf gestelde stucstopprofielen (verzinkt of kunststof) of door middel van achteraf insnijden.
  • Ruw de randen stelgips ter plekke van de profielen grondig op met een gipskam.
  • Druk de langsnaden tussen de stucplaten vooraf geheel dicht (paddenstoelvorm) met een voor dit doel samengestelde handgips volgens P.IVa*, P.IVb* P.IVb3* of P.IVb4*. U kunt eventueel op alle naden een minimaal 50 mm brede strook fijnmazig wapeningsweefsel inbedden, maar dit is niet verplicht.
  • Beraap hierna vers in vers het gehele plafond in een laagdikte van minimaal 10 mm met dezelfde gips volgens P.IVa*, P.IVb*, P.IVb3* of P.IVb4*.
  • Pleister het oppervlak van de gipspleister glad af of schuur het fijn af.

* = Speciegroepen conform Stabu Standaard 2001, Fabrieksmatige pleisters, versie januari 2008

Aanbrengen van de stucplaten

  • Breng de stucplaten (afmeting 400 mm x 2000 mm of 600 mm x 2000 mm) aan in halfsteens verband en haaks op de lengterichting van het houten of het metalen regelwerk.
  • Bevestig de stucplaten met verzinkte schroeven van minimaal 25 mm lang bij metalen regelwerk en minimaal 35 mm lang bij houten regelwerk. Gebruik per stucplaat met een breedte van 400 mm minimaal 4 schroeven. Gebruik per stucplaat met een breedte van 600 mm minimaal 6 schroeven.
  • Let op: De schroefkoppen niet door het karton van de stucplaat draaien!  
  • Houd de langsnaden tussen de stucplaten 5 mm open.
  • Sluit de kopse naden tussen de stucplaten stuitend aaneen en zorg ervoor dat ze zich bevinden op het hart van een rachel of stalen profiel (dit is niet van toepassing bij het gebruik van voegenclips ter plekke van de kopse stucplaatnaden).
  • Let er goed op dat er op deze kopse gedeelten van de stucplaten absoluut geen naden of kieren voorkomen. Die kunnen namelijk zorgen voor te snelle en ongelijkmatige wateronttrekking uit de hierop aangebrachte stuclaag via de open gipskern van de stucplaat, met naderhand kans op scheurvorming tot gevolg.
  • Zorg ervoor dat de kopse naden tussen de stucplaten ten opzichte van elkaar verspringen.
  • Houd de stucplaten altijd 2 tot 3 mm vrij van de aangrenzende wanden.

Opmerking m.b.t. de montage van regelwerk

Raadpleeg voor de montagerichtlijnen, toepassingen en specifieke oplossingen de documentatie van de producent.

Opmerking algemeen

Het toepassen van een dubbel regelwerk verhoogt en verbetert in sterke mate de starheid en stabiliteit van de verlaagde plafondconstructie.

Stukadoren

  • Houd het plafondstucwerk vrij van de aangrenzende wanden door toepassing van vooraf gestelde stucstopprofielen (verzinkt of kunststof) of door middel van achteraf insnijden.
  • Ruw de randen stelgips ter plekke van de profielen grondig op met een gipskam.
  • Druk de langsnaden tussen de stucplaten vooraf geheel dicht (paddenstoelvorm) met een voor dit doel samengestelde handgips volgens P.IVa*, P.IVb* P.IVb3* of P.IVb4*. U kunt eventueel op alle naden een minimaal 50 mm brede strook fijnmazig wapeningsweefsel inbedden, maar dit is niet verplicht.
  • Beraap hierna vers in vers het gehele plafond in een laagdikte van minimaal 10 mm met dezelfde gips volgens P.IVa*, P.IVb*, P.IVb3* of P.IVb4*.
  • Pleister het oppervlak van de gipspleister glad af of schuur het fijn af.

* = Speciegroepen conform Stabu Standaard 2001, Fabrieksmatige pleisters, versie januari 2008

Opmerking

Hoewel deze richtlijn daar niet vanuit gaat, kan het gebeuren dat zaken als drogingskrimp, doorbuiging of kruip vanuit de ondergrond de technische en esthetische kwaliteit van het stukadoorswerk negatief beïnvloeden. Dubbel metalen regelwerk als onderconstructie verkleint dit risico.

Plafondoppervlakken langer dan 15 meter moeten worden voorzien van dilatatievoegen. Dilataties vanuit de bouwconstructie moeten ook in de pleisterdraagconstructie en de hierop aangebrachte gestukadoorde afwerking worden doorgezet.

Bij het toepassen van openingen in het plafond moet op die plekken de pleisterdraagconstructie worden verstevigd. De ruimte waarin dit gipsgebonden stukadoorswerk wordt uitgevoerd, heeft bij voorkeur een omgevingstemperatuur tussen de + 10 en + 20 graden Celsius. De luchtvochtigheid mag er tijdens en na het stukadoren niet hoger zijn dan 70%.

Na het uitvoeren van de stukadoorswerkzaamheden moeten de gestukadoorde vertrekken gecontroleerd worden geventileerd en verwarmd.